Sinaasappels Voorbereiden: Was de sinaasappels grondig met warm water en een borsteltje om vuil en wax te verwijderen. Droog ze goed af.
Zest (Schil) Verzamelen: Gebruik een dunschiller of fijne rasp om alleen de oranje schil (zest) te verwijderen. Het is cruciaal dat je het witte, bittere merg (pithe) vermijdt, want dit maakt de Arancello bitter.
Trekken (Infusie): Doe de sinaasappelschillen in de schone, droge weckpot. Giet de 1 liter pure alcohol over de schillen. Zorg ervoor dat de schillen volledig ondergedompeld zijn.
Trektijd: Sluit de weckpot goed af. Laat de schillen 7 tot 10 dagen op een donkere, koele plek staan. De alcohol zal een diepe oranje kleur krijgen en de smaak van sinaasappel opnemen. Schud de pot dagelijks voorzichtig.
Siroop Maken: Breng na de trektijd het water in de pan aan de kook. Voeg de kristalsuiker toe en roer tot de suiker volledig is opgelost. Haal de pan van het vuur en laat de suikersiroop volledig afkoelen tot kamertemperatuur.
Filteren: Giet de getrokken alcohol door een fijne zeef (eventueel bekleed met een neteldoek) in een grote mengkom om alle sinaasappelschillen te verwijderen. Gooi de schillen weg.
Mengen: Voeg de volledig afgekoelde suikersiroop toe aan de gefilterde, gearomatiseerde alcohol. Roer goed tot de vloeistof troebel wordt (dit is een normaal proces dat 'louche' wordt genoemd).
Bottelen: Giet de Arancello in schone opbergflessen en sluit ze goed af.
Serveren: Arancello is het lekkerst wanneer deze ijskoud wordt geserveerd. Bewaar de flessen bij voorkeur in de vriezer.